French Opera Overtures - Auber/Planquette/Lecocq

Estonian National Symphony Orchestra, Neeme Järvi

Op de negentiende-eeuwse Franse opera-ouverture werd jarenlang neergekeken door bepaalde muziekcritici (en musici) - vooral omdat het genre zich afkeerde van de historische naleving van strikte muzikale vormen (fuga, sonatevorm, enz.). Percy Scholes zei in 1955 in de Oxford Companion to Music het volgende: "een goedkoop maar niet altijd ondoeltreffend type opera-ouverture is de potpourri of medley - weinig meer dan een aaneenschakeling van deuntjes uit het volgende werk. Deze ouvertures waren ongelooflijk populair in hun tijd, en de heropleving van dit repertoire had al veel eerder moeten plaatsvinden. Daniel Auber componeerde meer dan vijftig opera's, sommige voor de Parijse Opéra en sommige voor de Opéra Comique. Zijn Grand Opera La Muette de Portici was de aanleiding voor de Belgische revolutie in 1830, die leidde tot de onafhankelijkheid van het land in 1839. Les Cloches de Corneville was verreweg de meest succesvolle van Planquette's vierentwintig opera's en werd zo'n 400 keer achter elkaar opgevoerd. Alexandre Lecocq's La Fille de Madame Angot ging in 1872 in Brussel in première en speelt zich af in het Parijs van na de revolutie. De Ouverture wordt hier gevolgd door nummers samengesteld door Gordon Jacob, in zijn herorkestratie van materiaal dat voornamelijk uit de opera komt, voor Léonide Massine's ballet Mam'zelle Angot, dat de actie van de opera nauw volgt.

Auber:
 La muette de Portici: Overture
 Le Domino noir, S. 30: Overture
 Les Diamants de la couronne, S. 34: Overture

Alexandre Lecocq:
 Suite from Mam'zelle Angot: Overture
 Suite from Mam'zelle Angot (Arranged and Orchestrated by Gordon Jacob), Act I
 Suite from Mam'zelle Angot (Arranged and Orchestrated by Gordon Jacob), Act II

Jean Planquette:
 Les Cloches de Corneville: Overture